Hoe stereotypering en gekleurde taal in media het beeld over moslims bepaalt
- News
- Hoe stereotypering en gekleurde taal in media het beeld over moslims bepaalt
Misschien zie jij je buurjongen Abderrahim gewoon als student en voetballiefhebber, als je de media moet geloven, zou hij vooral allochtoon of zelfs terrorist zijn. Bepaalde bevolkingsgroepen worden in de media consequent stereotyperend neergezet, wat grote gevolgen heeft voor het beeld dat de samenleving heeft op zo’n groep. Een bevolkingsgroep die vaak te maken heeft met negatieve framing, is de moslimgemeenschap. Historicus Tayfun Balçik doet al twee jaar verschillende onderzoeken naar beeldvorming en framing van moslims in de media. Hij vertelt hierover in TopiX.
De moslim wordt geschetst als een ongewenste immigrant, terrorist of vrouwenonderdrukker en als niet behorend tot onze maatschappij.
#57 - "Sinds BLM zie je wel verschil in berichtgeving over moslims" Tayfun Balçik, - Over moslims in de media (S02) - FunX TopiX
Disconnect
Al vanaf jongs af aan vond Tayfun het interessant om te zien hoe de media en zijn eigen kijk op het leven zich met elkaar verhouden. Dit begon op de basisschool waar hij in de gaten hield hoe Turken gerepresenteerd werden in het nieuws. Op de basisschool merkte hij al dat wat hij thuis en op school hoorde erg van elkaar verschilden. Die disconnect zorgde ervoor dat hij wilde uitzoeken wie er gelijk had. Later, in zijn studententijd, nam hij een abonnement op een krant om beter te begrijpen hoe Nederland in elkaar zit. Vanaf dat moment begon hij zich echt te verdiepen in nieuwsproductie en beeldvorming.
Tayfun heeft recentelijk onderzoek gedaan naar framing van moslims in de Nederlandse media. Het viel hem op dat moslims vaak negatief in het nieuws komen. ''Het nieuws is sowieso bijna altijd negatief dus dit kwam niet als een verrassing'' vertelt hij. Wat hem opviel in de berichtgeving over moslims is dat dit vaak negatiever is dan in vergelijkbaar nieuws over andere groepen: ''De moslim wordt geschetst als een ongewenste immigrant, terrorist of vrouwenonderdrukker en als niet behorend tot onze maatschappij.''
De nieuwsbladen zijn niet de enigen die zich schuldig maken aan framing van moslims. Tayfun deed ook onderzoek naar het beeld van moslims op tv. Het resultaat toont een soortgelijk negatief beeld over moslims. Het enige verschil: op tv werd er wél meer aandacht besteed aan de problemen die moslimminderheden hebben. Dit heeft volgens hem te maken met de Black Lives Matter-beweging. Die beweging heeft voor meer sympathie gezorgd in berichtgeving over minderheden en dus ook moslims. ''Moslims waren ook vaak betrokken in berichtgeving over Black Lives Matter. Moslims waren aanwezig als tafelgast, als spreker, als stem van het volk. Je ziet dat het ook een gunstig effect heeft gehad op hoe moslims in het nieuws kwamen.'' Die aandacht heeft er dus voor gezorgd dat de media inziet dat zij in gesprek moeten gaan met degenen over wie het daadwerkelijk gaat.
Het is meer een uit de hand gelopen hobby
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Achterstandswijk
Het is dus de taak aan de media om geen onderscheid te maken in de manier waarop bericht wordt gegeven wanneer het gaat om minderheden in de samenleving. Woordkeuze speelt een grote rol bij framing en is dus ook een struikelblok in berichtgeving. ''De media struggelt met woordkeuze: welke woorden kunnen wel en niet worden gebruikt?'' De woordkeuze van een journalist is een reflectie van hun eigen leefwereld, vertelt Tayfun. Het is dan ook te zien aan een artikel of de schrijver kennis heeft van een bepaalde bevolkingsgroep of niet.
Woorden hebben een bepaalde lading of dragen een bepaalde (impliciete) betekenis met zich mee. Een voorbeeld hiervan is de term ‘achterstandswijk’. Dit is een woord dat hij vaak terugziet in berichtgeving over moslims of andere bevolkingsgroepen, vaak in combinatie met een foto met schotelantenne. De term achterstandswijk impliceert dat de hele wijk per definitie achter loopt en dat hier niets meer aan veranderd kan worden, terwijl dat niet is wat er daadwerkelijk aan de hand is. ‘’Het gaat om achtergestelde wijken, onderdrukte wijken, wijken die politiek onder druk staan. Als je een term als achterstandswijk gebruikt, zou ‘het een vaststaand iets zijn.’’
Zo’n term als achterstandswijk drukt een stempel op een wijk alsof het iets is wat vastligt.
Volgens hem is het dan ook goed om termen als 'achterstandswijk' als een probleem te zien. Want waar heb je het nou over als je het over een achterstandswijk hebt? Zo merkt hij op dat in soortgelijke situaties gesproken wordt over ‘volkswijken’ wanneer er weinig tot geen mensen met een migratieachtergrond wonen. ''Als dit in een buurt was gebeurd waar veel Marokkanen en Turken wonen, was het nooit een volkswijk genoemd. Horen zij dan niet bij het volk?'', denkt hij hardop.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Eigenaarschap
Taalgebruik wordt dus voor een groot deel bepaald door de manier waarop een journalist zelf naar de wereld kijkt. Wie kan een verhaal over zijn of haar bevolkingsgroep dan het beste vertellen? Juist, iemand die zelf uit die omgeving komt en het begrijpt. In zijn onderzoek heeft Tayfun gekeken naar eigenaarschap: hoe vaak zijn de mensen over wie wordt gesproken, diegenen die als journalist werkzaam zijn? Hoe vaak worden zij als expert uitgenodigd of treden zij op als stem van het volk?
Tayfun merkt op dat het negativiteitspercentage, het aantal negatieve tegenover positieve berichten over bepaalde groepen, lager ligt bij media die wel mensen met een andere culturele achtergrond in dienst hebben of met ze in gesprek gaan. ‘’Sommige omroepen zijn hier beter in geslaagd, zoals de NOS. Daar zie je het ook terug in het negativiteitspercentage.’’ Het verschil ligt volgens hem in het praten mét en niet het praten over. Hij vraagt zich dan ook af in hoeverre je als journalist goed je werk kan doen als je niet in gesprek gaat met de groep waar je over schrijft.
Frankrijk
De aanslagen in Frankrijk hebben niet bepaald geholpen met het terugbrengen van het negativiteitspercentage in de berichtgeving over moslims. Tayfun zegt dat de harde lijn in de berichtgeving over de aanslagen in Frankrijk alleen maar bijdraagt aan de verdeeldheid tussen moslims en niet-moslims. Daarbuiten is er volgens hem ook sprake van een dubbele moraal: voor de aanslag op Paty en Nice was er ontzettend veel aandacht, maar voor de twee neergestoken moslimvrouwen in Parijs niet. Het duurde ook veel langer voor dit nieuws werd gecoverd.
Het onderscheid tussen moslims en niet-moslims is volgens hem ook te zien in het label 'terreur'. ''Binnen Europa wordt het begrip 'terrorisme' bijna altijd aan moslimterreur gekoppeld. Ander geweld krijgt minder snel dit label. Zo worden rechtsextremistische groeperingen ‘neonazistische verenigingen’ genoemd.'' Het verschil in het labellen van geweld als terrorisme laat zien dat moslims makkelijker geframed worden in het kader van 'terrorisme' dan bijvoorbeeld rechtsextremistisch geweld. Maar is rechts-extremistisch geweld, dat bedoeld is om mensen bang te maken en de samenleving uit elkaar te drijven, dan geen terrorisme?
Genoeg keuze
Hoe komen we uit deze manier van framen? ''Je moet meer mensen met een moslimachtergrond betrekken in het proces van nieuwsberichtgeving,'' zegt Tayfun. ''Dit moet niet worden gedaan door een random moslim van de straat te plukken. Er studeren bijvoorbeeld genoeg mensen met een moslimachtergrond af als econoom, historicus, journalist enzovoorts. Het is voor de jonge generatie belangrijk om een voorbeeld te hebben waar ze zich aan kunnen optrekken.''
De negatieve termen die in de media worden gebruikt als 'achterstandswijk' zorgen volgens Tayfun voor dehumanisering en hokjesdenken. ‘’Zo word ik vaak gezien als iemand met een migratieachtergrond. De enige migratie die ik heb gemaakt is van Amsterdam Oud-West naar Nieuw-West.’’