6 onbekende Turkse stranden die iedereen zou moeten bezoeken

1. Palamutbükü (Datça)

In het zuid-westen van Turkije, nabij Datça, ligt de rustige minibaai Palamutbükü voor echte levensgenieters. Als je met de auto aankomt, dan sta je plotseling in een straat met een paar lokale restaurantjes en als je goed kijkt dan valt een klein strandje op dat bijna verborgen lijkt van de buitenwereld tussen de vele bomen. In Palamutbükü komen maar weinig buitenlandse toeristen en mede daarom voelt het alsof je een ongerepte zee betreedt. Direct boven het strand beginnen de typisch Turkse terrasjes, waar de meeste mensen hun handdoeken en andere gear neerleggen. Dat heeft zo z'n voordelen, want na een frisse duik in de helderblauwe zee kan je direct bijkomen met een tosti met kaas en sucuk, een gevulde gözleme of een Turkse thee. Echt een aanrader, als je in de buurt van Datça bent.

2. Çıralı (Kemer)

Als je gek bent op de films van Indiana Jones of Lara Croft in Tomb Raider, dan moet je zeker een bezoekje brengen aan Çıralı. Het strand ligt tussen twee gebergtes in met daarop prachtige ruïnes waar je een kijkje kan gaan nemen. Je bereikt het gebied door langs velden met prachtige citrusbomen en granaatappelbomen te rijden. Na een uurtje rijden uit het toeristische Antalya, kom je in een oase van rust terecht. Dat is mede omdat dit een beschermd gebied is. Zeeschildpadden vinden Çıralı de perfecte plek om in het broedseizoen te bezoeken, dus je kan hier niet altijd terecht. Maar dit zegt ook iets over de zee. Als iemand verstand heeft van een prachtige plek om te zwemmen, dan zijn het de zeeschildpadden wel.

3. Selimiye (Marmaris)

Het oude vissersdorpje Selimiye is één van de weinige rustige plekjes in de buurt van Marmaris. Grote hotels zijn er niet en cafeetjes met een cocktail happy hour kan je vergeten. Het nachtleven voelt misschien beperkt omdat iedereen overal raki drinkt en daar een flinke vis bij neemt, maar dat rustige karakter maakt deze plek juist zo mooi. Neem vooral waterschoenen mee, want de steentjes op het strand kunnen scherp zijn. Mocht je toch voor een zandstrand willen kiezen, ga dan richting Kumlubük, maar hou er dan ook rekening mee dat het iets drukker is aangezien je meer richting het toeristische gebied zit.

4. Patara (Kaş)

Het langste zandstrand van Turkije (18 kilometer) ligt in Patara, vlakbij Kaş. In tegenstelling tot andere stranden in de buurt, moet je echt zoeken naar hotels. Dat komt doordat de ruïnes die om het strand heen liggen, beschermd zijn en de zeeschildpadden hier net als in Çıralı graag broeden. Hotels mogen dus niet zomaar neergekwakt worden in Patara. Je kan er heerlijk zwemmen, maar hou wel rekening met dagen waarin het flink kan waaien. Maar goed, dat kan dan weer dope zijn voor de surfers onder ons.

5. Badavut (Ayvalık)

Rond de Turkse plaats Ayvalık heb je een aantal drukke stranden zoals Ören en Sarımsaklı, die net als Scheveningen extreem druk kunnen worden. Mocht je rust zoeken, dan kan je Badavut een bezoekje brengen. Verwacht hier schattige hotelletjes en restaurantjes en een strand dat wel druk kan worden, maar niet zo heel extreem dat je je handdoek niet kwijt kunt. Buitenlandse toeristen kom je bijna niet tegen. Dit gebied is vooral populair bij Turkse toeristen met een zomerhuisje. Mocht je de Turken even zat zijn, dan kan je voor tweee tientjes met de boot naar Lesbos om daar een Grieks strand te bezoeken.

6. Ilıca (Çesme)

Wie van Turkije houdt, zou eigenlijk verplicht het strand van Ilıca moeten bezoeken. Nederlandse toeristen kom je daar weinig tegen, maar mensen uit de grote stad Izmir zijn ieder weekend te vinden tijdens de geweldige feesten in uitgaansplekken Çesme en Alaçatı die op een paar minuten rijden liggen van Ilıca. De zee is daar zo helder dat je de kleine visjes namen kunt geven. Let wel op, want het enorme strand dat in het westen ligt van Turkije, wordt drukker bezocht dan de vijf eerdere opties hierboven. Voor je drinken en eten betaal je ook vele malen meer, maar dat is Ilıca dubbel en dwars waard.