Lachgasverbod weer vertraagd, artsen ongerust: "Moet zo snel mogelijk ingaan"

Al drie jaar vertraging

Al in 2019 kondigde het kabinet aan lachgas onder de Opiumwet te willen brengen, waarmee het recreatief gebruik verboden wordt. In eerste instantie was het plan om het verbod in het voorjaar van 2022 in te laten gaan. In juli vorig jaar maakte de Tweede Kamer echter bekend dat dit sneller moest. Dat is dus niet gelukt, want er is nog steeds geen landelijk lachgasverbod.

'Zo snel mogelijk'

Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) willen het verbod nu op 1 januari 2023 in laten gaan. Als de Tweede Kamer volgende week akkoord gaat, kan het wetsvoorstel naar de Raad van State. Als alles dan meezit, zijn vervolgens nog acht maanden nodig. Dat is volgens experts te laat. "Het lachgasverbod dient zo snel mogelijk in te gaan, liever gisteren dan vandaag", zegt cardioloog Robert Riezebos van het OLVG in Amsterdam tegen het AD.

Been geamputeerd

Ook het Trimbos Instituut maakt zich zorgen en luidt de noodklok. "Omdat lachgas nu is toegestaan, denken veel jongeren dat het gebruik onschuldig is", zegt Martha de Jonge, senior projectleider Drugspreventie.

Riezebos benadrukt wat voor grote risico's excessief lachgasgebruik met zich meebrengt. "Op onze afdeling hebben we afgelopen jaren twintig jonge patiënten gehad met grote gezondheidsschade, zoals hartinfarcten en longembolieën. Dan praat je over twintigers", vertelt hij. "Bij een jonge vrouw moest uiteindelijk een been worden geamputeerd."