Protesten in Libanon gaan door ondanks corona: "De honger is net zo gevaarlijk"

Armoede en corruptie

Libanon zit in een zware economische en politieke crisis en de Libanese pond wordt steeds minder waard. De prijzen in de winkels worden steeds hoger en inwoners vrezen voor grote honger. Daarnaast heerst er grote onvrede over de corruptie, grote ongelijkheid en het gebrek aan goed sociaal vangnet in het land. Het vooruitzicht is niet goed: de Wereldbank schat dat het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft, dit jaar kan stijgen van dertig naar vijftig procent.

Banger voor honger dan voor corona

Volgens veel Libanezen worden deze problemen door de coronacrisis alleen maar erger. Door het falende overheidsbeleid en gebrek aan goede hulp tijdens de pandemie is het vertrouwen in de overheid alleen maar minder geworden. Veel inwoners zijn dan ook meer bezig met de strijd tegen honger dan met de strijd tegen het virus. "Als je wil dat de bevolking de lockdown respecteert, moet je ook je eigen rol vervullen door iedereen van basisbehoeften te voorzien. Doe je dat niet, dan zullen mensen niet thuisblijven, want honger kent geen genade", zegt een van de demonstranten in een video van Global News.

Maanden vol gewelddadige protesten

De protesten in Libanon begonnen afgelopen oktober toen de regering nieuwe belastingen voorstelde, als onderdeel van strenge bezuinigingsmaatregelen die vooral de armen hard zouden raken. De protestacties leidden in de maanden erna meerdere malen tot gewelddadige confrontaties tussen demonstranten en politiediensten. Zo vielen er in februari zo'n vierhonderd gewonden in de hoofdstad Beiroet.