Van influencers tot AI: Israël zet miljoenen in voor propaganda-offensief

Propaganda-offensief van historische proporties

Israël gaat dit jaar maar liefst 150 miljoen dollar (omgerekend ruim 137 miljoen euro) extra uitgeven aan hasbara, het officiële propagandabeleid dat bedoeld is om de publieke opinie positief te beïnvloeden. Dat bedrag is ruim twintig keer zoveel als in eerdere jaren. De officiële boodschap is dat Israël "zijn kant van het verhaal" beter wil uitleggen. Maar in de praktijk lijkt het vooral een poging om het beschadigde imago te herstellen na maandenlange internationale kritiek op het militaire optreden in Gaza.

Van influencers tot AI-campagnes

De Israëlische regering wil met dit budget jongeren bereiken via sociale media, en zet daarbij in op influencers, nepaccounts én kunstmatige intelligentie. Volgens experts is de Israëlische propagandamachine uniek, omdat die diep verweven is met zowel overheidsinstellingen als de samenleving.

Op sociale media verschijnen steeds vaker opvallende campagnes, zoals beelden van soldaten die in Gaza poseren met een regenboogvlag. Volgens Israël gaat het om symbolen van hoop en vrijheid, maar critici spreken van "pinkwashing": bewuste framing om het internationale beeld te verzachten.

Wereldwijde steun brokkelt af

De wereldwijde steun voor Israël brokkelt af, vooral onder jongeren in de VS. Zelfs binnen de Joodse diaspora groeit het kritische geluid. Dat baart de Israëlische regering zorgen, want publieke opinie beïnvloedt uiteindelijk ook politiek beleid. Het verhoogde budget is daarmee een poging om grip te krijgen op een narratief dat steeds verder wegglijdt – ondanks steun van veel westerse overheden.

Die verschuiving zie je ook terug in media-initiatieven zoals de Amerikaanse podcast Bad Hasbara, waarin host Matt Lieb – zelf Joods – het propagandabeleid onder de loep neemt. “Ze kunnen zoveel video’s op sociale media plaatsen van bekende Israëliërs die praten over homorechten in Tel Aviv als ze willen”, zegt hij. “Maar die content verschijnt naast beelden van Israëlische militairen die spottend poseren in kleding van Palestijnse vrouwen.”