Kinderen in nood moeten gemiddeld 10 maanden wachten op hulp

Stichting Het Vergeten Kind heeft onderzoek gedaan naar de wachttijden in de jeugdzorg voor kinderen die hulp nodig hebben na bijvoorbeeld verwaarlozing of mishandeling en de resultaten zijn schokkend. Een kind in nood wacht gemiddeld 10 maanden op hulp, zo blijkt uit het onderzoek gepubliceerd door de NOS.

Onacceptabel

Directeur Margot Ende-van den Broek van Het Vergeten Kind noemt 10 maanden wachten op hulp in je jonge leven "onacceptabel". Het Vergeten Kind sprak met 31 kinderen en 120 hulpverleners. Uit die gesprekken bleek dat de wachttijd gemiddeld 44 weken is, oftewel zo'n 10 maanden. De kortste wachttijd was 10 weken, de langste 118 weken.

Gevaarlijke situatie

De stichting noemt de wachttijd "gevaarlijk lang", want voor kinderen met psychische problemen en kinderen die in een instabiele thuissituatie opgroeien, heeft lang wachten op hulp grote gevolgen. "Bestaande problemen verergeren, de spanning in het gezin loopt op, kinderen vallen uit op school en vereenzamen. Je jeugd is de periode waarin je je volop ontwikkelt en het leven van deze kinderen staat on hold. Kinderen hebben daarnaast het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn om te worden geholpen", aldus de directeur van Het Vergeten Kind.

Corona heeft situatie verergerd

Dat de wachttijden in de jeugdzorg lang zijn is al langer bekend, maar corona heeft de situatie alleen maar verergerd. Er zijn verschillende redenen waarom de wachttijden toenemen. Zo is het aantal kinderen met ingewikkelde problemen toegenomen, krijgen gemeenten en zorgaanbieders te weinig geld en zijn de hulpverleners ook te veel tijd kwijt aan administratieve taken.

Geld is niet de oplossing

Eerder dit jaar liet staatssecretaris Blokhuis weten dat er 613 miljoen extra wordt vrijgemaakt om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken. Met het geld moeten de wachttijden aangepakt worden en kan de crisiscapaciteit omhoog. Maar geld alleen is niet de oplossing, zegt Het Vergeten Kind. Volgens de stichting moet de gehele jeugdzorg beter georganiseerd worden. "Er is te veel administratie, waardoor er te weinig overzicht is waar wel plekken beschikbaar zijn. Dat kan en moet allemaal beter", vertelt de stichting.

Meer woonplekken nodig

De stichting gebruikt de organisatie van extra IC-plekken in ziekenhuizen als voorbeeld. Gemeenten zouden ruim voldoende woonplekken voor deze kinderen moeten inkopen, of ze nou bezet worden of niet. "Pas dan kunnen kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben."