Geen meerderheid voor motie van wantrouwen, Rutte stapt niet op

Er heeft gisteren tot diep in de nacht een fel debat plaatsgevonden in de Tweede Kamer. Er werd een motie van afkeuring tegen Rutte aangenomen nadat duidelijk werd dat hij tijdens een gesprek over de toekomstige formatie de naam van CDA-kamerlid Pieter Omtzigt heeft genoemd. Hoewel verschillende Kamerleden vinden dat demissionair premier moet opstappen, doet Rutte dan vooralsnog niet. "Ik ga door als minister-president, maar ik ga als VVD-leider heel hard werken aan het terugwinnen van vertrouwen. Daar ga ik mijn stinkende best voor doen."

Motie van afkeuring

Bijna de hele Tweede Kamer, behalve de VVD, steunde de motie van afkeuring die D66-leider Sigrid Kaag samen met CDA-leider Wopke Hoekstra indiende. "Ik heb de boodschap gehoord en neem hem zeer ter harte", was de reactie van Rutte. Het zwaardere middel, de motie van wantrouwen waar PVV-leider Geert Wilders en FvD-leider Thierry Baudet mee kwamen, ging voor sommige partijen een stapje te ver. De hele oppositie stemde voor, maar de motie haalde geen meerderheid in de Kamer.

Volgens veel politici is Rutte niet langer geloofwaardig en betrouwbaar, zelf vindt hij van wel. "Ik zou hier niet staan als ik zelf niet overtuigd was van mijn visie op de gang van zaken", liet hij weten. Over wat zijn rol bij de nieuwe formatie moet worden, wil hij nog niks kwijt. "Stap voor stap."

Waar ging het over?

Vorige week lekten er per ongeluk geheime notities over de formatiegesprekken uit. Daarin stond dat er is gezegd dat Pieter Omtzigt van het CDA, een kritisch kamerlid dat een grote rol speelde in het aankaarten van het toeslagenschandaal, een andere functie moet krijgen. Dat zorgde voor veel ophef. Rutte zei toen al snel voor de camera's dat hij de naam van Omtzigt niet had genoemd. Uit een gespreksverslag bleek later dat dat wel het geval was.

Veel Kamerleden zijn nu boos, zeker omdat Rutte een week lang volhield dat hij niet over Omtzigt was begonnen. Ze vinden dat hij liegt, Rutte ontkent dat. "Ik heb naar eer en geweten de pers te woord gestaan. Ik heb me dat gesprek achteraf verkeerd herinnerd. Ik betreur dat ten zeerste", zei hij in de Tweede Kamer.