Onderzoek gemeente Utrecht stelt stagediscriminatie bij mbo-studenten vast

Uit talloze verhalen van studenten werd eerder al duidelijk dat stagediscriminatie een groot probleem is in Nederland. Dat is nu voor het eerst ook vastgesteld aan de hand van objectief onderzoek. Het Verwey Jonker Instituut testte in opdracht van de gemeente Utrecht welke studenten wel en niet werden uitgenodigd voor stages en daaruit is gebleken dat mbo-studenten met een migratieachtergrond worden gediscrimineerd.

Slechter welbevinden en studievertraging

Voor het onderzoek werden 577 sollicitaties verstuurd naar 288 vacatures. Daarnaast vulden ook ruim 600 Utrechtse mbo-studenten een vragenlijst in over hun persoonlijke ervaringen met stagediscriminatie en 16 werden er uitgebreid geïnterviewd. Ongeveer een kwart gaf aan discriminatie te hebben ervaren bij het zoeken naar een stage. Een op de acht ervaarde het tijdens de stage.

Het gaat hierbij vooral om discriminatie op basis van opleidingsniveau, het land waar hun (groot)ouders zijn geboren, geloof, kleding, uiterlijk en/of huidskleur. De discriminatie leidt volgens het onderzoek tot een slechter welbevinden van de student, studievertraging en minder vertrouwen in het vinden van een baan.

Kleinere kans op stageplaats door je naam

Uit het praktijkonderzoek is gebleken dat studenten met een naam die kan verwijzen naar een migratieachtergrond minder kans hebben op een stage dan studenten met een naam die daar niet naar verwijst. De enige sector waar dit niet gebeurt, is zorg en welzijn. In die sector hebben tevens islamitische mbo-studenten een grotere kans om uitgenodigd te worden, terwijl zij in alle andere sectoren een kleinere kans hebben, met name in de ICT.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat vrouwen over het algemeen meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor een stage dan mannen. Dit blijkt vooral het geval in de bouw en techniek.

Betere aanpak

Aan de hand van de resultaten heeft het onderzoeksinstituut aanbevelingen gedaan om stagediscriminatie beter aan te pakken. Zo gaan mbo's, de gemeente en Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) bijvoorbeeld samen een routekaart ontwikkelen die studenten en leraren inzichten moet geven over wat te doen bij stagediscriminatie.

Meersbewustzijn

Scholen weten momenteel niet altijd hoe ze moeten omgaan met stagediscriminatie, omdat harde cijfers en bewustzijn van het probleem ontbraken. Daarnaast weten studenten niet altijd bij wie ze terechtkunnen of merken ze dat het voor de school lastig is om een werkgever aan te spreken. Een vertrouwenspersoon voor stagediscriminatie zou hier volgens het onderzoek een oplossing voor kunnen zijn. "In gesprek zijn en meer bewustzijn creëren bij stagairs en stagebegeleiders zal uiteindelijk leiden tot een veiliger stageklimaat", aldus de onderzoekers.

De Utrechtse wethouder Verschuure is geschrokken van de resultaten, zo laat hij weten aan NOS. "Met dit onderzoek en de aanbevelingen kunnen we nu veel gerichter stagediscriminatie aanpakken en tegelijkertijd studenten begeleiden en ondersteunen."