Den Haag gaat eigen slavernijverleden onderzoeken
- News
- Den Haag gaat eigen slavernijverleden onderzoeken
Den Haag wil een onderzoek starten naar het slavernijverleden van de stad. Daarvoor gaat de stad historici inhuren voor een onderzoek dat volgend jaar moet worden afgerond. Dat meldt Trouw.
'Historische banden onderzoeken'
Naast het slavernijverleden wil Den Haag ook naar het koloniale verleden van de stad kijken. "Formeel is de opdracht nog niet binnen, maar het klopt: wij gaan de historische banden van Den Haag met slavernij onderzoeken", zegt Gert Oostindie, directeur van het Leidse geschiedkundig onderzoeksinstituut KITLV.
Volgens Oostindie komt het verleden van Den Haag waarschijnlijk veel overeen met de nationale geschiedenis. "Hier waren de Staten-Generaal gevestigd en het ministerie van Koloniën. Den Haag was de residentie van stadhouders en koningen", aldus Oostindie.
Nationaal onderzoek
De andere drie grote steden, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, lieten eerder al onderzoek doen naar hun slavernijverleden. Samen vroegen de vier grote steden met een gezamenlijke brief al om een landelijk onderzoek, maar daar is nog geen antwoord op gekomen vanuit het kabinet. "We vinden dat het goed zou zijn als Nederland een gedegen onderzoek laat doen", zegt de Haagse wethouder Bert van Alphen in het NOS Radio 1 Journaal.
1 juli
In dezelfde brief, die de vier grote steden gezamenlijk verstuurden, werd ook gepleit voor een jaarlijks moment om stil te staan bij de slavernij. "Dat zou op een herdenkingsdag kunnen zijn", zegt Van Alphen.
De steden pleitten om van Keti Koti (1 juli) een vrije dag te maken en FunX heeft samen met Stichting Nederland Wordt Beter en The Black Archives een petitie gestart om dat werkelijkheid te maken.
FunX is samen met Stichting Nederland Wordt Beter en The Black Archives een petitie gestart om 1 juli - Keti Koti - een nationale vrije dag te maken. Op deze dag wordt het leed en het onrecht dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan herdacht en wordt de afschaffing van de slavernij gevierd.
Op 1 juli 1863 werd de Nederlandse slavernij in Suriname en op de voormalig Nederlandse Antillen afgeschaft. Het is tijd dat de politiek erkent dat de trans-Atlantische slavenhandel een onmiskenbaar onderdeel is van de Nederlandse geschiedenis. Dat is na meer dan 150 jaar hard nodig, want de gevolgen van kolonialisme en slavernij werken nog steeds door in de huidige samenleving: institutioneel racisme, onderdrukking en ongelijkheid zijn dagelijkse realiteit voor veel Afro-Nederlanders.
De eerste stap naar een gelijkwaardiger Nederland is het onderkennen van de koloniale geschiedenis. Jaarlijks vindt tijdens Keti Koti een officiële herdenking plaats en wordt ook de afschaffing van de slavernij gevierd. Maar… Zolang de overheid Keti Koti niet erkent als officiële feestdag, ontkent Nederland zijn verantwoordelijkheid in deze gedeelde geschiedenis. Het is daarom hoog tijd om 1 juli te erkennen als officiële vrije dag.
Met de petitie eisen initiatiefnemers FunX, Stichting Nederland Wordt Beter en The Black Archives dat 1 juli een nationale vrije dag wordt, maar ook dat Nederland formeel excuses aanbiedt voor de Nederlandse rol in de slavernij. Daarnaast moet de overheid zorg dragen voor een nationale herdenking die aan alle voorwaarden voldoet en waarbij de overheid alle nodige verantwoordelijkheid op zich neemt.
Lees ook
Up 2 Date
De Nederlandsche Bank gaat eigen slavernijverleden onderzoekenUp 2 Date
Racismedebat Tweede Kamer: geen excuses slavernij, wel herdenkingsjaar in 2023Up 2 Date
Dag afschaffing slavernij wordt nationale feestdag in de VSFunX Rotterdam
Rotterdam in gesprek over aanbieden excuses voor slavernijverleden